Kinderen hebben vaak een druk of vol hoofd, door samen aandacht te geven aan een gezellig momentje van ontspannen, voelt je kind zijn lijf weer en gaat slapen gemakkelijker. Door een leuk verhaal maak je het speels en gezellig. Wie wil er nou geen koekjes bakken op je rug. En draai de rollen eens om, kinderen kunnen ook goed koekjes bakken.
Laat je kind ontspannen op de buik liggen. Zorg dat je handen warm zijn en gebruik eventueel een klein beetje olie. Spreek zacht en langzaam terwijl je de bewegingen uitvoert.

“We beginnen met het schoonmaken van het aanrecht.”
→ Wrijf met beide handen zachtjes over de rug van boven naar beneden en weer terug.
“We strooien bloem op het werkblad.”
→ Tik met je vingertoppen zachtjes over de hele rug, alsof je bloem laat vallen.
“We doen een beetje suiker, een snufje zout en wat kaneel erbij.”
→ Druk op verschillende plekken zacht met je vingertoppen – suiker, zout, kaneel.
“We mengen alles goed door elkaar en nu kneden we het deeg.”
→ Maak ronddraaiende bewegingen met je handpalmen over de rug (alsof je roert). Daarna zachtjes kneden met beide handen.
“Nu rollen we het deeg uit met de deegroller.”
→ Gebruik je onderarmen of vlakke handen en rol langzaam van boven naar beneden over de rug.
“We maken vormpjes: een hartje… een ster… een maan…”
→ Duw met je duim of vingers zacht een denkbeeldige vorm in de rug en zeg hardop wat je maakt.
“Leg ze voorzichtig op de bakplaat.”
→ Til denkbeeldige koekjes op (vingertoppen) en leg ze aan de zijkant van de rug.
“Nu schuiven we de bakplaat in de oven…”
→ Maak een duwbeweging over de rug alsof je iets naar voren schuift.
“We wachten even… hmm, wat ruikt het lekker!”
→ Wapper zachtjes met je handen boven de rug, alsof je de geur ruikt.
“Ze zijn klaar! We halen ze uit de oven.”
→ Herhaal de ‘oven’-beweging en pak de koekjes er weer uit.
“En nu… proeven maar!”
→ Tik zachtjes met je vingers op de rug alsof je kleine hapjes neemt. Je kunt grapjes maken zoals: “Hmm, dit is de lekkerste ster die ik ooit heb geproefd!”
Afsluiting
“De koekjes zijn op, en jij bent heerlijk warm en zacht als versgebakken koek.”
→ Bedek je kind eventueel met een dekentje en geef een rustige knuffel.→