Een ontspannen moment, misschien wel voor het slapen gaan. Alles wat je vertelt, speel je na op de rug. Het geeft verbinding en ontspanning. Ruil de rollen eens om, het is voor een kind ook leuk om deze massage te geven. Je kan eventueel natuurgeluiden aanzetten. Vertel het verhaal rustig op een kalme toon.
“Diep in de jungle ligt een grote, lieve dino te slapen.”
“Hij wordt langzaam wakker…”
→ Leg beide handen zacht op de rug. Maak dan traag cirkels met je handpalmen, alsof de dino zich uitrekt.
“De dino rekt zijn poten uit… zijn staart… zijn nek.”
→ Strek met beide handen langzaam omhoog over de rug (nek), omlaag (staart), en opzij (poten).
“Hij stapt door de modder. STAMP… STAMP… STAMP.“
→ Druk met je handpalmen stevig maar zacht op de rug, afwisselend links en rechts – als dino-stappen.
“Hij duwt door struiken en bladeren heen.”
→ Maak strijkbewegingen met gespreide vingers over de rug, alsof je takken en bladeren wegduwt.
“Hij snuffelt aan een struik… hmm, lekkere blaadjes! Hap!”
Tik met je vingers zachtjes op de rug – snuffelen.
→ Geef dan zachte ‘hapjes’ met je vingers.
“Wat is dat geluid?”
“RAAAWR! Een andere dino zegt hallo.”
→ Laat plotseling je handen trillen of “beven” op de rug, net alsof er iets aankomt. Dan met je vingers een “grote dino-groet” maken:
“RAAWR!” (maak een grote zwaai met beide handen over de rug)
“Ze rennen samen door het bos.”
→ Snel strijk/duw bewegingen met beide handen, van boven naar beneden over de rug.
“Na het avontuur gaat de dino weer liggen onder een grote boom.”
“Zijn lijf is moe. Zijn adem wordt langzaam en rustig.”
→ Leg beide handen op de rug. Adem een keer samen diep in en uit.
Maak kleine, cirkelende, langzame bewegingen met je handpalmen.
“De dino is moe en sluit zijn ogen. Hij droomt over sterren, bergen en vulkanen.“
→ Zachte strelingen over de rug, alsof je het hele lijfje in slaap aait.
Zeg rustig:
“De dino heeft een groot, sterk lichaam. En nu is het helemaal rustig.”
“Slaap lekker, kleine dino.”
→ Leg een dekentje over je kind of geef een warme knuffel.