Soms zit je hoofd te vol om te kunnen slapen, dan kan een visualisatie helpen om meer in je lijf te komen. Je helpt je kind door dit verhaal rustig en op een kalme toon voor te lezen.

Ga lekker liggen. Je hoeft even helemaal niets.
Niet nadenken. Niet opletten. Alleen luisteren.
Stel je voor dat je op een rustig veld ligt, op je rug. Het gras is zacht. De lucht boven je is blauw met een paar wolkjes die langzaam voorbij drijven. Je voelt de aarde onder je. Veilig. Stevig. Stil.
Je adem gaat rustig in… en uit…
Met elke ademhaling voel je jezelf iets meer ontspannen. Je voeten worden zwaar. Je benen rustig. Je schouders zakken een beetje omlaag. Je hoofd mag zacht worden.
En dan… stel je voor dat je op je hoofd een rugzak draagt.
Het is niet zomaar een rugzak — dit is jouw hoofd-rugzak. Alles wat vandaag in je hoofd zat, zit daarin. Gedachten, gevoelens, zorgen, dingen die je hoorde of dacht… Misschien zelfs dingen van gisteren of vorige week.
Sommige dingen zijn licht. Andere misschien wat zwaar.
En het mooie is: jij mag zelf kiezen wat je even uit die rugzak haalt. Je hoeft het niet weg te gooien. Alleen even neerleggen voor de nacht.
Je stelt je voor dat je de rugzak voorzichtig opent.
Als eerste zie je een gedachte die veel ruimte in je hoofd nam. Misschien iets waar je over piekerde. Kijk ernaar. Hoe ziet die eruit?
Is het een kleur? Een vorm? Een voorwerp?
Je pakt het voorzichtig op… en legt het naast je neer, in het gras.
Je merkt dat je hoofd meteen iets lichter wordt.
Je kijkt verder.
Misschien vind je daar een gevoel — spanning of onrust.
Voel maar waar dat zat in je lichaam.
Misschien in je buik? Je borst? Je nek?
Je geeft het een vorm. Wat voor kleur heeft het? Hoe zwaar is het?
En dan… haal je het eruit. Je hoeft het niet mee te dragen.
Je legt het rustig naast je, naast de andere gedachte.
Zo ga je verder.
Je haalt eruit wat niet meer in je hoofd hoeft te zitten vannacht.
Eén voor één.
Sommige dingen zijn klein. Anderen groot.
Misschien zelfs iets van iemand anders — een opmerking, een sfeer, iets dat je hebt opgepikt. Ook dat mag je eruit halen en op de grond naast je leggen.
Als je klaar bent, kijk je naar de spullen naast je in het gras.
Ze zijn er nog. Maar niet meer in jou.
Ze liggen veilig buiten je hoofd. En jij…
jij voelt je lichter. Ruimer. Rustiger.
Je ritst de rugzak dicht. Hij is leeg. Zacht. Je hoofd is stil.
Je legt hem naast je in het gras. En dan sluit je je ogen.
Boven je zie je de sterren.
Je hoort de wind zacht door het gras gaan.
Je voelt hoe je lichaam zwaar wordt.
Zachter… en zachter…
Alles wat je niet meer nodig hebt, ligt buiten je.
En wat je nu voelt… is rust.
Ruimte.
Adem.
Je hoeft niets op te lossen. Alles mag even stil zijn.
Adem in… en uit…
In… en uit…
En terwijl je zo ligt, in je lege, rustige hoofd…
…glijd je langzaam weg in een diepe, veilige slaap.
Welterusten