Een verhaal waarbij de wind de drukte en gedachtes van de dag mee neemt, terwijl je de zonsondergang tegemoet rijdt. Lees het verhaal rustig voor aan je kind met een kalme stem.
Ga lekker liggen, sluit je ogen, en voel hoe je langzaam steeds zwaarder wordt. Je hoeft niets meer te doen. Je mag even helemaal in je eigen wereld verdwijnen. Alles is goed zoals het nu is.

Stel je voor…
Je staat op een rustig strand. De lucht is zachtblauw, het is eind van de middag. De zon zakt langzaam naar de horizon. De zee glinstert zilver in het laatste zonlicht. Je hoort het rustige ruisen van de golven – op en neer… op en neer… Een lichte bries waait over het zand en je voelt de wind zachtjes langs je wangen strijken.
Je kijkt naar beneden en voelt het warme, fijne zand onder je blote voeten. Het is droog bovenaan het strand, maar een paar meter verderop is het zand koel en stevig van het zeewater. Als je je tenen erin duwt, voelt het zacht aan, als fluweel.
Dan zie je iets verderop een prachtig paard staan.
Hij is rustig, kijkt jou aan, en er is meteen een gevoel van vertrouwen. Hij heeft een warme bruine vacht, met een wit vlekje op zijn voorhoofd. Zijn ogen zijn groot en vriendelijk, en als je dichterbij komt, beweegt hij zijn hoofd zachtjes naar je toe. Hij wacht op je. Alsof hij weet dat hij jou een bijzondere reis mag geven.
Je steekt je hand uit en aait zijn zachte hals. Zijn huid is warm onder je hand. Je voelt hoe hij diep en rustig ademt. Hij duwt even met zijn neus tegen je aan – vriendelijk, uitnodigend. Hij is lief en is precies zoals jij wil dat hij is.
Dan klim je rustig op zijn rug. Je zit goed, stevig, veilig. Je voelt zijn ademhaling onder je, kalm en regelmatig. Alsof jullie samen ademen.
Het paard begint te lopen, zo hard als jij fijn vindt.
Langzaam eerst… stap voor stap… het geluid van zijn hoeven op het natte zand is ritmisch, geruststellend. Tik… tok… tik… tok… De beweging wiegt je zacht heen en weer. Je laat je meevoeren.
Voor je ligt het eindeloze strand. De zee glinstert aan je zijde. De lucht verandert van zacht blauw naar oranje, roze, goud. Je voelt de wind door je haren, op je wangen, door je kleren. Alles om je heen beweegt zacht en rustig: het water, de lucht, de manen van het paard die wapperen in de wind.
Terwijl je verder rijdt, voel je iets bijzonders gebeuren.
Elke ademhaling wordt dieper. Je gedachten – drukke gedachten, zorgen, onrust – beginnen los te laten. Alsof de wind ze één voor één meeneemt. Je hoeft ze niet vast te houden. Je hoeft ze alleen maar te laten waaien.
Misschien zie je ze zelfs voor je: als wolkjes die voorbij drijven. Of als veertjes die de wind optilt en met zich meeneemt, steeds verder weg. Alles wat zwaar was, alles wat teveel was, mag nu wegwaaien.
Jij rijdt verder. Het paard draagt je. Je voelt je gedragen, veilig, verbonden.
Je laat je hoofd rusten op het paard, het paard draagt je mee. Je schouders worden lichter. Je handen losser. Je rug ontspant zich. Je hoeft even nergens aan te denken, nergens iets van te vinden. Je mag gewoon voelen.
De zon zakt verder, en het licht wordt zachter. De kleuren op het strand vervagen langzaam tot rustgevende tinten van blauw, paars en grijs. De lucht is nu stil. Je hoort alleen nog de zee, het ritme van het paard, en je eigen rustige ademhaling.
Langzaam begint het paard langzamer te lopen. Hij weet dat het tijd is om te rusten.
Je kijkt achterom. En je weet: alles wat je los wilde laten, is achtergebleven in de wind. Alles wat je nu nodig hebt, is bij je: rust, ruimte, stilte.
Het paard stopt en buigt zijn hoofd, zacht snuivend. Je glijdt van zijn rug af en aait hem nog één keer over zijn warme nek. Hij blijft nog even staan, dan draait hij zich rustig om en loopt weg – de duinen in.
Jij blijft staan op het strand. Stil. Kalm. Je lichaam voelt zwaar, maar op een fijne manier. Alsof je eindelijk echt kan uitrusten.
Je draait je om, loopt naar een zachte plek in het zand. Daar ga je liggen. De hemel boven je is donkerblauw. Er fonkelen sterren. De lucht is stil. De aarde is zacht. Je voelt je gedragen.
En terwijl je daar ligt… voel je hoe je langzaam wegglijdt…
dieper…
en dieper…
in een zachte, fijne slaap.
Rustig… licht… vrij…
Je lichaam is rustig.
Je hoofd is stil.
Alles is goed.
Welterusten lieve ruiter.